De geschiedenis van Schellinkhout, periode 1851 - 1875.

De tijdlijn van Schellinkhout van 1851 tot en met 1875.

1851
Schellinkhout telt 3 timmerlieden, 2 schilders, 2 metselaars, 1 grof- en hoefsmid, 4 bakkers en 1 wagenmaker. Zij hebben slechts werk voor één knecht, met uitzondering van één timmerman, die zich met de restauratie van de kerk bezig houdt en daarom 7 á 8 knechten in dienst heeft.

Er wordt een nieuw Reglement van Orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad te Schellinkhout vastgesteld. Artikel 11 van dit reglement stelt: Geen lid voert het woord zonder het van den Voorzitter verzocht en gekregen te hebben en in artikel 12 staat: Geen spreker mag in zijn rede gestoord worden. Artikel 14 regelt dat de voorzitter een spreker eventueel tot de orde kan roepen: Desgelijks zal Voorzitter den spreker, die zich eene beleedigende uitdrukking, of eene aantijging van kwade trouw jegens een of meer zijner medeleden veroorlooft, tot de orde roepen.
Aldus vastgesteld door den Raad der Gemeente Schellinkhout, den 25 November 1851.

Burgemeester L. (Leendert) Backer Overbeek
Secretaris I.A. Moojen

5 december: Op 71 jarige leeftijd overlijdt de "vischventer" Jan Kruk (geboren te Schellinkhout 17-9-1780). Zijn 65-jarige broer, die ook "vischventer" is, doet aangifte van dit overlijden. Als getuige wordt op de akte vermeld: Pieter Ton, onderwijzer der jeugd, 25 jaar.

1852
De voetbode C. Rhodens brengt vanaf 1 januari dagelijks de post vanuit Hoorn naar het hulpkantoor (zie 1916).
Hieronder volgt de letterlijke tekst van de bekendmaking van deze "Ministerieele Resolutie".
Bekendmaking.
Burgemeester en Wethouders der Gemeente Schellinkhout brengen ter kennis van de ingezetenen der gemeente, dat er bij Ministerieele Resolutie van den 13den December 1851, N 117 een postbodenloop is daargesteld van Hoorn over Schellinkhout, Wijdenes, Oosterleek en Hem naar Venhuizen en langs dien zelfden weg terug;
dat bij dezelfde Resolutie tot Postbode is benoemd de persoon van C. Rhodens welken verpligt is de brieven te bestellen tegen genot van 2  1/2 cents ieder terwijl hij voor ieder pakje drukwerk kan vorderen 1 cent;
en eindelijk dat dezen dienst een aanvang zal nemen met den eersten January 1852, met welk tijdstip er aan het Raadhuis dezer Gemeente eenen Bus zal zijn geplaatst waarin de te verzenden brieven zullen kunnen worden geworpen en welke bus door de bode twee malen daags zal worden geledigt op de tijdstippen als op de bus zelve zal worden aangewezen.
Schellinkhout, den 27 December 1851
Burgemeester & Wethouders voornoemd.
Ter ordonnance.

Tot nieuwe burgemeester wordt benoemd K. Pereboom Jzn.

29 januari: De burgemeester ontvangt een brief van de Staatsraad Commissaris des Konings in de Provincie Noord-Holland, waarin het bevolkingsaantal per 31 december 1850 officieel als volgt wordt vastgesteld: 283 mannen, 273 vrouwen, tezamen 556 personen.

13 december: De burgemeester van Hoorn schrijft een brief aan de burgemeester van Schellinkhout met de volgende tekst:
Wij hebben de eer UEd. kennis te geven, dat de prijs van het Brood (de Stedelijke Belastingen alleen daaronder niet begrepen) op heden is bepaald, als volgt:
Gebuild Tarwebrood, gebakken met melk, 25 Cents per Ned. Pond;
Idem, gebakken met water 25 Cents per Ned. Pond;
Ongebuild Tarwebrood, gebakken met water 17,5 Cents per Ned. Pond;
Roggebrood 11 Cents per Ned. Pond;
Gebuilde Tarwe de Mud f 10,23;
Ongebuilde Tarwe de Mud f 9,50;
Rogge de Mud f 6,38;

1853
Uit: Algemeen Handelsblad van donderdag 17 februari.
Op den Hoogendijk bij het dorp Schellinkhout, een uur beoosten Hoorn, verschrikte heden, voor een door de dorpelingen opeengepakte hoop sneeuw, een jong paard, gespannen voor eene chais of karretje, met dat gevolg, dat hetzelve van den dijk rolde en onder het ijs geraakte. Gelukkig konden de beide Heeren, die het karretje bereden, zich redden en zijn dus, onder eenige geringe kneuzingen, met den schrik vrij gekomen, doch het paard verdronk. De geneesheer van Wijdenes, de Heer Zeehandelaar, verleende den verschrikten en gekneusden reizigers dadelijk alle hulp.

1854
Uit: Dagblad 'De Grondwet' van 19 maart.
Hoorn.
17 Maart. Sedert lang heeft men in onze nabijheid niet zoo veel van zelfmoorden gehoord als in de laatste dagen. Zoo heeft zich in het begin dezer week een boerenjongen van twintig jaren te Wijdenes door ophanging van het leven beroofd, zonder dat men daarom eene reden kan vermoeden, en gisteren heeft zich te Schellinkhout niet verre van Wijdenes, eene vrouw van 60 jaren, H.V... genaamd, huisvrouw van J.K... een moeder van zes gehuwde kinderen, door zich in het water te werpen van het leven beroofd; oneenigheid in het huisgezin schijnt tot die daad aanleiding gegeven te hebben.

Uit: Algemeen Handelsblad van 20 maart.
Schellinkhout (nabij Wijdenes), 17 Maart. Waren wij in de droevige gelegenheid berigt te geven van een zelfmoord door een jongeman te Wijdenes gepleegd, thans zijn wij in de noodzakelijkheid mededeeling te doen van een zelfmoord door eene bejaarde moeder van zes reeds gehuwde kinderen, gisteren in ons dorp gepleegd. H.V..., huisvrouw van J.K..., maakte gisteren een einde aan haar leven, door zich te verdrinken. Men wil, dat huiselijk ongenoegen aanleiding tot dien zelfmoord zou hebben gegeven.
(Zie 21 juli 1856).

1855
Er zijn 92 belastingbetalende personen. Dirk Schuitemaker en Willem Palenstijn staan als 25-ste op de lijst voor f 18,- op jaarbasis.

Vermoedelijk worden in dit jaar het boventafelement, de kuip en de kap van de voorste (grote) watermolen vernieuwd.

1856
9 januari: De schilder/tekenaar Klaas Balk overlijdt in Schellinkhout (geboren te Wijdenes op 29 mei 1795).
  Een portret van Klaas Balk uit 1830 gemaakt door Hendrik Savry.

Uit: Algemeen Handelsblad van 21 juli.
19 Julij. Dezer dagen werd uit eene sloot, nabij ons dorp, opgehaald het lijk van eenen arbeider, J.... genaamd, een man reeds in de zestig jaren oud. Armoede en het niet vinden van werk, zijn de oorzaken van den dood van dien ongelukkigen, die zich zelven uit wanhoop van het leven beroofd heeft. Het is opmerkenswaardig, dat de vrouw van dien ongelukkigen ook op dezelfde wijze haren dood gevonden heeft.
(Zie 19 maart 1854).

22 september:
De Raad der Gemeente Schellinkhout, Gezien den Staat van Begrooting voor 1857
Heeft besloten:
Het traktement van den Veldwachter te bepalen op tachtig Gulden in het Jaar en alzoo met twintig Gulden te verhoogen.
Gedaan in de Vergadering van Den Gemeenteraad te Schellinkhout den 22ste September 1856.

Is getekend:

De Burgemeester
K. Pereboom Jzn.
De Secretaris
I.A. Moojen

1857
De molenaar Jan Groot overlijdt. Zijn vrouw Aaltje Wester wordt vervolgens gedurende één jaar molenaresse (zie 1828 en 1831). Zij ontvangt f 70,- per jaar. De molenaar op de andere molen, Pieter Bart, ontvangt f 60,- per jaar.

Uit: Algemeen Handelsblad van 23 juni.
Schellinkhout, 20 Junij. Eergisteren arriveerde op de reede voor ons dorp het instructie-vaartuig Urania met de kadetten van het derde studiejaar voor 's lands zeemagt, welke zoo men zegt, gedurende eenigen tijd een kruistogt zullen doen op de Zuiderzee en verschillende havens zullen aandoen.

1858
De funkties van burgemeester en secretaris worden definitief verenigd, nadat dat van 1819-1831 ook al het geval is geweest.

De hoofdonderwijzer en secretaris Isac Albertus Moojen overlijdt na 45 jaar in het dorp te hebben gewerkt (zie 1813 en 1831). Hij wordt opgevolgd door K. Pereboom Jzn., die ook al burgemeester is.

De Vereeniging "Beschaving en Oefening" te Schellinkhout wordt op 1 februari 1858 opgericht en op die datum worden ook de "Huishoudelijke Wetten" vastgesteld. In het archief heb ik niets kunnen terugvinden van deze wetten. Pieter Ton is één van de oprichters en blijft bijna 30 jaar secretaris. Dit is dezelfde Pieter Ton als degene die in het jaar 1859 schoolmeester in het dorp wordt en dan een nieuwe onderwijzerswoning krijgt.
In 1897 vindt het bestuur dat de "Huishoudelijke Wetten" verouderd zijn en op 21 januari 1897 wordt er een reglement voor de vereniging gemaakt, waarin ondermeer het doel van de vereniging wordt vastgesteld:
Artikel 1: De vereeniging stelt zich ten doel: bevordering van ontwikkeling en beschaving in 't algemeen en van haar leden in 't bijzonder.
Artikel 2: Zij zal dit doel trachten te bereiken:
a. door het houden van vergaderingen, waarin iemand als spreker optreedt en de leden zich kunnen oefenen in het houden van bijdragen;
b. door het houden van volksvoordrachten;
c. door het onderhouden eener leesbibliotheek, waarvan alle ingezetenen der gemeente kosteloos gebruik kunnen maken;
d. door het in stand houden eener spaarbank.
Artikel 3: Ieder, die de leeftijd van achttien jaren bereikt heeft, kan als lid dezer vereeniging worden toegelaten en moet zich daartoe bij één der bestuursleden aanmelden.
Ook de hoogte van de contributie wordt vastgesteld en het beheer van de geldmiddelen wordt geregeld:
Artikel 4: De contributie is voor ieder lid één gulden per jaar.
Artikel 27: De penningmeester beheert de geldmiddelen en houdt nauwkeurig aanteekening van de ontvangsten en uitgaven.
Artikel 28: Mochten zich gevallen voordoen, waarin dit reglement niet voorziet, dan moet hierover bij volstrekte meerderheid van stemmen worden beslist.
Artikel 29: Om de tien jaren zal dit reglement worden herzien.
Artikel 30: De "Huishoudelijke Wetten", vastgesteld den 1en Februari 1858, worden hiermee ingetrokken.
Aldus vastgesteld in de huishoudelijke vergadering der vereeniging "Beschaving en Oefening", gehouden den 21 Januari 1897.
Het bestuur: A. Kool, voorzitter; K. Houter Jz., vice-voorzitter; W. Seigers, secretaris; K. Hoek Pz., penningmeester.

  Belangrijk bericht van 8 januari 1935.

Op 1 februari 1908 wordt het 50-jarig bestaan van de vereniging gevierd in de Kolfbaan van M.W. SPREE. Er wordt een programmaboekje samengesteld waarin liederen en voordrachten zijn opgenomen.
In de jaren zeventig en tachtig van de twintigste eeuw slinkt het ledenaantal van de vereniging zienderogen. Op voorstel van het enig overgebleven bestuurslid G.J. Oonk wordt er in 1986 een voorstel tot opheffing van de vereniging gedaan. Daartoe wordt een kleine commissie benoemd. Van de laatste bijeenkomst van die commissie is het verslag bewaard gebleven (zie 1986).

1859
Tot dit jaar dient het landschot ook als belasting voor de waterstaatsfinanciën. Bij besluit van 4 november 1858 echter wordt door de Provinciale Staten van Noord-Holland het "Bijzondere reglement voor het bestuur van de polder of banne Schellinkhout" vastgesteld. Op 1 januari 1959 wordt het voortaan van de gemeente onafhankelijke polderbestuur ingesteld.

De 53-jarige veldwachter heet Pieter Koomen.
Door de week loopt de veldwachter op klompen en draagt hij een blauwe broek en een zwarte jekker. Op zijn hoofd prijkt een zwarte pet. Bij officiële gelegenheden draagt Koomen een uniform met een donkerblauwe broek met een witte streep. Verder een halflange jas versierd met strepen en voorzien van grote knopen. Verder een brede leren koppel met voor zijn buik een koperen plaat met Schellinkhout erop en aan zijn zij een schede met een grote sabel en tenslotte een kepi met een grote klep.

Dirk Bloothoofd, geboren 8 juni 1831 (zoon van boer/fruitteler Cornelis Bloothoofd en Trijntje Wester) trouwt met Geertje Boxman (ook wel: Boumans). De 27-jarige winkelier Maarten Dekker uit Schellinkhout en de 46-jarige Schellinkhouter landman Cornelis Ham zijn twee van de in totaal vier getuigen bij het huwelijk, dat op 24 april 1859 in Berkhout wordt gesloten (zie 1830).
Dirk en Geertje krijgen één kind: Cornelis Bloothoofd, geboren te Schellinkhout op 19 december 1864.
Deze Cornelis (zoon van Dirk Bloothoofd en Geertje Boxman) huwt op 27 april 1888 met Sieuwertje (ook wel: Sieuwtje of Dieuwertje) van Egmond, geboren op 3 april 1867.
     
Hierboven foto's van Cornelis en Sieuwertje uit omstreeks 1893 en 1910.

Slager/gemeente-ontvanger Cornelis Bloothoofd en zijn vrouw Sieuwertje krijgen vijf kinderen, van wie de eerste twee een tweeling is: Geertje en Elisabeth (geboren op 17 augustus 1891 in huis no. 113).


Het gezin van Cornelis Bloothoofd omstreeks het jaar 1900.
V.l.n.r.:
Geertje, moeder Sieuwertje, Sijtje, Betje, Dirk en vader Cornelis.
Zoon Teunis is nog niet geboren.

 Dirk Bloothoofd en Sieuwtje van Egmond met de tweeling Geertje en Betje (ca. 1894).

De andere drie kinderen zijn Dirk (geboren 22 september 1894), Sijtje (geboren 1 april 1897) en Teunis (geboren 17 april 1904).
Dochter Geertje trouwt op 27 april 1919 met Hendrikus Koeman, die op 5 april 1895 is geboren. Geertje overlijdt te Hoorn op 18 december 1966.
 Het echtpaar Koeman-Bloothoofd.

Dochter Elisabeth (roepnaam Betje), trouwt in 1915 met Cor Metselaar Hz., geboren te Nibbixwoud op 26 februari 1888. Dit echtpaar krijgt twee kinderen: Aagtje en Cornelis Metselaar. Elisabeth overlijdt op 23 mei 1962 te Hoorn (wonende te Schellinkhout).
 
Hierboven: Twee foto's van de tweeling Geertje en Betje Bloothoofd.

Zoon Dirk trouwt met Zwaantje Beemsterboer (zie verder 1938).
Dochter Sijtje huwt op 2 mei 1920 in Schellinkhout met Jan Balk (op dezelfde dag als haar broer Dirk).
 Sijtje Bloothoofd (foto omstreeks 1900).

 Het echtpaar Balk-Bloothoofd.
Tuinder Jan Balk is op 30 december 1894 in Blokker geboren. Sijtje en Jan krijgen vijf kinderen: Klaas, Guus, Cor, Dick en Wouter.
Moeder Sijtje overlijdt 1 december 1978 in Hoorn.

Hieronder een foto van het gezin Bloothoofd uit omstreeks 1910.

V.l.n.r. Dirk, Geertje, Elisabeth, vader Cornelis, Sijtje, moeder Sieuwtje en Teunis.

Hieronder drie foto's van vader Cornelis op latere leeftijd. De eerste foto is genomen ter hoogte van het plaatselijke café aan de Dorpsweg.
Op foto twee staat Cornelis Bloothoofd voor zijn laatste huis.

   
Vader Cornelis overlijdt op 28 april 1949 te Medemblik (wonende te Schellinkhout). Moeder Sieuwertje overlijdt op 15 april 1937 te Schellinkhout.

12 mei:
Schoolmeester Pieter Ton trouwt in Schellinkhout met de weduwe Dorothea Mooyen.
Pieter Ton ziet op 24 april 1825 te Ursem het levenslicht. Hij is van 1846 tot 1887 schoolmeester te Schellinkhout en van 1887 tot 1900 gemeentesecretaris te Wognum. Het huwelijk van Pieter en Dorothea blijft kinderloos.
 Schoolmeester Pieter Ton.
Bij zijn aanstelling tot schoolmeester krijgt Pieter Ton een nieuwe woning, waar hij vrij in mag wonen.
De nieuwe onderwijzerswoning is (anno 2006) perceel Zuiderdijk 54, naast de kerk. Bij een verbouwing van het woonhuis in de jaren tachtig van de vorige eeuw vindt familie Thomas een met potlood beschreven plank met ondermeer het opschrift:
Van het jaar 1859 is dit huis gemaakt door:
Jan Gleysteen, oud 45 jaar, woonende te Hoorn
en van R. de Vries, oud 43 jaar, woonende te Hoorn
en Derk Ruiter, woonende te Schellinkhout 23 jaar
alle knechten van O. Baas
(= Outjert) timmerman te Schellinkhout.
Het traktement van schoolmeester Pieter Ton is f 400,- per jaar, plus nog eens f 2,- voor elk schoolgaand kind. Hij is verplicht om tegen een vergoeding van f 200,- per jaar de hulponderwijzer bij hem in huis te nemen en hem voedsel en bewassing te verstrekken. Het traktement voor de hulponderwijzer wordt vastgesteld op f 300,- per jaar. Hieronder een foto van de gevelsteen in de oostmuur van die woning (zie foto's woning: 1947).

Pieter Ton overlijdt op 10 januari 1900 te Wognum.

Het traktement van de dominee bedraagt f 850,- per jaar, waarvan f 600,- uit 's lands middelen en f 250,- door de gemeente.

De rekening van de bulloper opgemaakt door de twee bullevoogden over dit jaar laat zien:
ontvangsten 366 gulden.
uitgaven 447,28 gulden.

1860-1945
Burgemeester Dirk Laan wordt geboren op 4 november 1860. Hij is burgemeester van Schellinkhout van 1908 tot 1932. Hij overlijdt op 20 januari 1945 in Hoorn (zie 1945). Hij bekleedt veel funkties, waaronder die van secretaris van het Rundveestamboek "Noord-Holland". Zijn vrouw heet Trijntje Palenstijn (1859-1938).

     
Vier maal Trijntje Palenstijn.

   
Foto 1 en 2: Dirk Laan.
Foto 3: Het echtpaar Laan-Palenstijn.

1860
De hoek in de dijk, ten zuiden van het dorp, wordt op een kaart behalve "de Nek" ook wel "Blokkerhoek" genoemd.

De naai- en breischool wordt opgericht door de nutsvereniging "Beschaving en Oefening".

Eén van de diakenen heet K. Kaper. Twee andere kerkeraadsleden zijn C. Ham en R. Hoek.

Een huis aan de Meeweg, mogelijk het armenhuis, wordt door de diakonie verkocht aan Remment Balk voor f 748,16.
Er vindt meteen een inschrijving plaats voor de bouw van een nieuw armenhuis:
1. aan timmerman Outjert Baas wordt f 1082,27 betaald.
2. aan metselaar Cornelis Vorst wordt f 881,93 betaald.
3. aan schilder Cornelis Man wordt f 80,92 betaald.
4. aan schilder Dirk Klopper wordt f 56,51 betaald.

circa 1860
Het schoolreglement wordt gewijzigd. Er wordt nu ondermeer geregeld dat het de onderwijzer verboden is lichamelijk te straffen. De jaarwedde van de hoofdonderwijzer bedraagt f 775,- per jaar. Als voorzanger verdient hij voorts nog f 40,-, voor het voeren van correspondentie met de kerkeraad f 10,-, voor het bewaren en in orde houden van het avondmaalszilver f 12,- en voor het schoonhouden van de kerk f 17,-.

1861
Grietje Kok, weduwe van Cornelis Koster, schenkt de kerk enkele zilveren avondmaalsborden.
Vóór in een uit 1861 daterende Bijbel staat geschreven:
K. Tensen Pz, Schellinkhout Januarij 1861

Het scheprad van de grote watermolen wordt vervangen door een vijzel. Ter gelegenheid daarvan wordt een gevelsteen vervaardigd (zie 1862).

1862
Jacob Houter, in dit jaar nog gewoon gemeenteraadslid, doet het voorstel om een nieuwe brandspuit aan te schaffen. Bij onderzoek blijkt dat de kosten voor een nieuwe spuit f 900,- bedragen. Het voorstel wordt daarom aanvankelijk afgewezen. Later dat jaar brengt Jacob het voorstel opnieuw in. Er wordt besloten om per 1 januari 1863 een lening van maximaal f 1200,- te sluiten ten behoeve van de aankoop van een nieuwe brandspuit.

De Raad der Gemeente Schellinkhout,
Overwegende het voorstel van Burgemeester en Wethouders, om ten behoeve dezer gemeente een brandspuit met toebehooren aan te koopen;
Overwegende, dat de in deze gemeente bestaande brandbluschmiddelen onvoldoende zijn en er volstrekte behoefte aan een brandspuit bestaat;
Overwegende dat de gewone inkomsten der gemeente geene uitgaven voor dit belangrijk onderwerp gedoogen en de benoodigde gelden dus gevonden moeten worden door buitengewone inkomsten;
Gezien artt. 136, 137 en 194 a der gemeentewet;
Heeft besloten:
Art. 1.
Er zal met 1 Januarij 1863 door de gemeente eene geldleening worden aangegaan ten bedrage van hoogstens f 1200,- of minder, al naar gelang de kosten tot aankoop eener brandspuit met de toebehooren zullen blijken te bedragen, tegen een interest van 5 % 's jaars, of zoo mogelijk minder.
Art. 2.
's Jaarlijks met den 1 Januarij zal, met de voldoening der renten, worden afgelost een vierde gedeelte der geleende sommen.
Art. 3.
De renten en aflossing der leening zullen worden gevonden uit een buitengewonen hoofdelijken omslag, waarvan de heffing, tot een maximum van f 300,- 's jaars, bij Raadsbesluit van heden is vastgesteld en aan Zijner Majesteits goedkeuring zal worden onderworpen.
Aldus vastgesteld ter openbare Vergadering van den 14 October 1862.
K. Pereboom Jz. Voorzitter.
K. de Boer Wethouder.

Blijkens een opmerking in de kantlijn van dit schrijven wordt dit besluit op 22 oktober 1862 onder nummer 14 goedgekeurd door Gedeputeerde Staten der provincie Noord-Holland te Haarlem.

Het scheprad van de kleine watermolen wordt vervangen door een vijzel. Ter gelegenheid daarvan wordt een gevelsteen vervaardigd (zie 1861).
Bij de restauratie van "de Groote Molen" (zie 1980) worden de gevelstenen van "de Kleine Molen" en "de Kleine Molen", grondig opgeknapt door de heer P. Haak, machinist van het gemaal aan de Willemsweg in Hoorn. De gevelsteen van "De Groote Molen" is door de heer P.J. (Piet) de Vries uit Schellinkhout teruggevonden en wordt door hem ter beschikking gesteld (zie 1980).

In 1862 hebben de gemeenten Schellinkhout en Blokker een geschil over het domicilie van onderstand van Elisabeth Haan op grond van een artikel van de Wet op het Armbestuur. Domicilie van onderstand is de plicht tot onderhoud van arme mensen op grond van hun geboorteplaats. Elisabeth Haan woont sedert 27 februari 1862 in de gemeente Nieuwe Niedorp. Deze gemeente stuurt de rekening voor het onderhoud van Elisabeth door naar de gemeente Schellinkhout, maar het gemeentebestuur van Schellinkhout ontkent dat zij daar is geboren. Volgens Schellinkhout is Elisabeth in Blokker geboren en die gemeente zou dus de plicht tot onderhoud hebben. Aanvankelijk neemt de gemeente Blokker de betalingen op zich, maar even later beweert Blokker, dat Elisabeth toch in Schellinkhout is geboren. De beide gemeenten, Blokker en Schellinkhout, komen er onderling niet uit en daarom wordt het conflict voorgelegd aan de Raad van State, afdeling Geschillen van Bestuur. Staatsraad Meeussen doet onderzoek in deze zaak.
Uit het onderzoek blijkt dat de behoeftige op 29 december 1800 is gedoopt in de Rooms-Katholieke kerk te Blokker. Deze kerk is ook het trefpunt van andere katholieke gemeenten uit de omgeving en ook van de Katholieke gelovigen uit Schellinkhout, want die hebben zelf geen Rooms-Katholiek godshuis. In de doopakte van Elisabeth staat, dat zij de dochter is van Jacob Haan en Jannetje Jans en dat zij is geboren op Munnekai. Dit is in 1800 een klein gehucht of plaats, waar destijds slechts twee huizen stonden, één op het grondgebied van de gemeente Schellinkhout en één op het grondgebied van de gemeente Blokker.
De kantonrechter in Hoorn hoort onder ede een aantal getuigen. De eerste is de 78-jarige Jan Bloemensteyn. Kleermaker Bloemensteyn is geboren en getogen in Blokker en hij verklaart dat in 1799, 1800 en 1801 in het huis op Munnekai, staande onder de gemeente Blokker, ene Jacob de Graaf woonde, die gegoed en vermogend was. Deze getuige weet ook zeker dat er maar één gezin in dat huis woonde. Hij weet dat zo zeker, omdat hij vroeger bij de genoemde familie De Graaf dikwijls aan huis kwam om gemaakte of herstelde kleederen te brengen.
Als tweede getuige wordt de 78-jarige Willem Dimmendaal gehoord. Hij was een zeer goede bekende van familie De Graaf. Deze Willem is in Blokker geboren en hij verklaart zeker te weten dat in de huis op Munnekai, staande onder de gemeente Blokker, alleen de zeer bemiddelde landman Jacob de Graaf heeft gewoond. Volgens getuige Dimmendaal woonde De Graaf misschien wel twintig jaren lang onafgebroken tot in 1804 of 1805 in bedoeld huis op het grondgebied van de gemeente Blokker.
Op 11 mei 1863 wordt door de kantonrechter van Hoorn onder ede als getuige gehoord de 78-jarige Hendrik Bronkhorst. Deze getuige is in Schellinkhout geboren en hij heeft daar tot 1842 gewoond. Hij verklaart dat hij Jacob Haan, de vader van de behoeftige Elisabeth Haan, zeer goed heeft gekend en dat het gezin van Haan op Munnekai woonde in het huis staande onder Schellinkhout. Op het grondgebied van Schellinkhout dus!
Uit het verdere onderzoek van staatsraad Meeussen komt naar voren dat Jannetje Jans, de moeder van de behoeftige, tot de Rooms-Katholieke kerk behoorde en dat Jacob Haan, de vader van de behoeftige, Hervormd was. Jannetje en Jacob zijn op 18 juni 1791 in Schellinkhout getrouwd en uit dat huwelijk worden zes dochters geboren, waaronder de genoemde (inmiddels behoeftige) Elisabeth. Die zijn allemaal gedoopt tussen 27 mei 1793 en juni 1805 in de Rooms-Katholieke kerk te Blokker. Verder blijkt uit een huwelijksakte dat een zuster van de behoeftige, genaamd Catharina Haan, in Schellinkhout is getrouwd en dat de bruid in Schellinkhout is geboren. Deze Catharina is op 31 augustus 1823 ook in Schellinkhout overleden.
Zoals gezegd komen de gemeenten Blokker en Schellinkhout er onderling niet uit en de Raad van State brengt aan de hand van bovengenoemd onderzoek op 5 augustus 1863 een ontwerp-advies uit aan Zijne Majesteit Willem III. Deze koning hakt op 22 augustus 1863 in Baden-Baden definitief de knoop door in deze slepende kwestie.
Tijdens de vergadering van 2 september 1863 van de Raad van State, afdeling Geschillen van Bestuur, wordt het besluit van koning Willem III bekend gemaakt. Wij Willem III, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, Groot Hertog van Luxemburg, enz., enz., enz.
en dan volgen alle overwegingen uit het onderzoek, die tot de uiteindelijke beslissing hebben geleid.
Het Besluit eindigt met de tekst:
hebben goedgevonden en verstaan:
De gemeente Schellinkhout, provincie Noordholland, aan te wijzen als het domicilie van onderstand van de behoeftige Elisabeth Haan.

Met andere woorden de gemeente Schellinkhout moet de armlastige Elisabeth Haan onderhouden, want zij is in Schellinkhout geboren.

1863
De visser Louwrens de Flart vangt in de Zuiderzee, ter hoogte van de Nek, een gouden ring. Louwrens wil de ring meteen te gelde maken en een juwelier schat de waarde op f 16,-. De Flart vraagt ook raad aan de Hoornse volksvertegenwoordiger Jonkheer Pieter Opperdoes van Alewijn. Laatstgenoemde denkt dat de ring veel meer waard is, omdat de ring dateert uit de tijd tussen 1200 en 1500. Hij richt zich daarom rechtstreeks tot Thorbecke waarbij hij niet nalaat erop te wijzen dat de opbrengst geheel ten goede zal komen aan een braaf en oppassend huisvader, bezwaard met een talrijk huisgezin van 6 kinderen. Na een minder bevredigend antwoord van de minister benadert hij in het belang van den behoeftigen man zijn collega-statenlid mr. J. van Lennep, een bekend schrijver, uit wiens kennissenkring een zekere Willet de ring tenslotte voor f 60,- koopt.

Secretaris Pieter Ton van de nutsvereniging "Beschaving en Oefening" verspreidt uitnodigingen voor een vergadering met als spreker de heer J. Smit van Bovencarspel.

1864
Cornelis van der Sluis is een 32-jarige timmerman.

Uit: Rotterdamsche courant van 7 januari.
Ongelukken, Misdrijven enz.
Onder Schellinkhout is een boer in volle vaart tegen eene brug gereden, waardoor hij zich den schedel verpletterde. Zijn toestand is hopeloos.

Uit: Algemeen Handelsblad van 3 februari.
Schellinkhout, 31 Jan. Sedert jaren is hier niet zooveel bot gevangen, als in de laatste dagen, sedert de zee hier open is, het geval is geweest.

1865

Op bovenstaande landkaart van de gemeente Schellinkhout staat vermeld:
722 Bunders, 635 Inwoners.

31 juli:
Het besluit tot heffing eener belasting op de honden wordt bij Koninklijk Besluit van 14 september 1865 goedgekeurd (zie 1903).

Burgemeester Klaas Pereboom Jzn. overlijdt. Hij wordt opgevolgd door de Schellinkhouter Jacob Houter, die tot 1884 zowel burgemeester als secretaris is. De jaarwedde van de burgemeester wordt f 200,-. Zijn voorgangers krijgen nog f 250,-.
Jacob Houter is op 31 juli 1820 geboren te Schellinkhout en trouwt met Geertje Kok, geboren te Lutjebroek op 19 januari 1818.
 Jacob Houter en Geertje Kok.
Jacob en Geertje krijgen vijf kinderen:
Klaas, landman te Schellinkhout (22 december 1839 - 24 april 1906);
Grietje (24 december 1841 - 16 april 1885), gehuwd met Aris Kool, hoofdonderwijzer en burgemeester van Schellinkhout;
Jan (20 mei 1844 - 10 november 1905), landman te Schellinkhout, gehuwd met Aafje Stam, zijnde een dochter van de burgemeester van Wijdenes, Dirk Stam;
Jacob (6 november 1847 - 6 juli 1849);
Jacob, (30 augustus 1852 - 22 mei 1915), landman te Sijbekarspel, gehuwd met Klaasje Over.

Burgemeester Jacob Houter overlijdt op 26 februari 1884 en Geertje overlijdt op 9 oktober 1907, beide in Schellinkhout.

Vanuit Schellinkhout rijden elke zaterdag 2 vrachtwagens op Hoorn, die om 07.00 uur vertrekken.

17 maart: de nieuwe brandspuit arriveert. Het water hoeft niet meer met emmers naar de spuit te worden vervoerd. Hij wordt gestald onder het raadhuis in de waag (zie 1862).

5 mei: er wordt een nieuwe verordening op de brandweer opgesteld. Alle mannen tussen de 20 en 60 jaar zijn verplicht om aan de bluswerkzaamheden mee te doen. Een uitzondering geldt voor de burgemeester, de veldwachter, de schutters en militairen in werkelijke dienst, de dominee, de hoofdonderwijzer, ambtenaren die geld of waardepapieren onder hun beheer hebben en mensen met lichaamsgebreken. Uit de mannen die overblijven wordt een voldoende aantal voor de brandweer geloot. Men kan zich ook vrijkopen uit de brandweer door het betalen van f 50,- ineens of f 3,- per jaar. De brandweer bestaat uit een brandmeester-generaal, 2 brandmeesters (één voor het noordeind en één voor het zuidend), vier kwartiermeesters over de pompen, 48 pompers, één kwartiermeester en 10 mannen voor de voorslang, 2 pijphouders, een kwartiermaker over de zuiger en het verdere gereedschap, 4 gereedmakers, 3 wekkers, 1 sleutelbewaarder, 1 bode, 1 secretaris en vervolgens nog haakdragers en klokluiders.

Ter gelegenheid van het "Vijftigjarig Jubilé der voor Nederland in hare gevolgen zoo gewigtige gebeurtenis,de roemrijke overwinning bij Waterloo", worden de zogenaamde Waterloo-feesten georganiseerd op 16, 18 en 19 juni. De Schellinkhouter Raad besluit deze gebeurtenis te herdenken. Het wordt een groot feest voor de gehele burgerij. Aan de festiviteiten nemen 9 praalwagens deel. Zowel de vissers als de visventers hebben een eigen wagen. De overige 7 wagens zijn voor de gemeenteraad, de muzikanten, de schooljeugd, de arbeiders (2 wagens), de ambachtslieden en de boeren. Alle wagens zijn met twee paarden bespannen met uitzondering van die der boeren, waar vier paarden voor lopen.

In de raadsvergadering van 10 juni 1865 wordt het feestprogramma gepresenteerd:
Programma
van feestviering op den 16; 18 en 19 Junij eerstkomende
1.     Op donderdag 15 Junij, ek, zal er een eereboog worden opgerigt bij het Raadhuis. Alle ingezetenen boven de 60 jaren worden uitgenodigd, om aan het oprigten van dien eereboog medetewerken, en zich daartoe aan te melden bij den heren C. Stelling en P. Bol, voor den 15 Junij ek, des morgens ten -10 ure.
2.     Op Vrijdag den 16 Junij ek, desmorgens ten 10 ure zullen door de schooljeugd, onder leiding van den hoofdonderwijzer P. Ton, eenige toepasselijke feestliederen worden gezongen, terwijl ieder der ingezetenen vrijen toegang heeft. Tevens zal de schooljeugd feestelijk onthaald, en met eene feestplaat, etc. begiftigd worden.
3.     Op Zondag 18 Junij, ek, desavonds ten 8 ure zal er een luchtballon worden opgelaten, en ten 9 ure zal er vuurwerk worden afgestoken.
4.     Op Maandag den 19 Junij, ek, worden alle ingezetenen uitgenodigd, van alle ouderdom en van iederen stand om een optocht te doen, des morgens ten 8 ure te beginnen bij het Raadhuis, langs het noordeinde der gemeente, vervolgens over Wijdenes, om daarna het Zuideinde der gemeente weder in te komen. Die optogt zal worden gedaan in de navolgende orde.
1.  Eene eerewacht te paard bestaande uit ongehuwden, die zich daartoe moeten aanmelden bij den heeren Blokdijk en Ham voor Vrijdag avond, den 16 Junij ek.
2.  Een trompetter te paard.
3.  De gemeenteraad, op een met 2 paarden bespannen wagen, versierd met vlaggen.
4.  Een wagen met muzikanten.
5.  De schooljeugd op een met twee paarden bespannen wagen.
6.  De visschers op een met twee paarden bespannen wagen.
7.  De vischventers op een met twee paarden bespannen wagen.
8.  De arbeiders op een met twee paarden bespannen wagen.
9.  De arbeiders op een met twee paarden bespannen wagen.
10.  De ambachtslieden op een met twee paarden bespannen wagen.
11.  De boeren op een met 4 paarden bespannen wagen.
12.  Eene eerewacht te voet.

Ieder der afdeelingen versierd met vlaggen, aanwijzende de verschillende standen der gemeente. Des namiddags ten 2 ure zal een wedstrijd worden geopend in het hardloopen tusschen vrouwen, boven de 23 jaren. Als prijs wordt uitgeloofd een ham, en als premie een kinnebaksham. Mededingsters moeten zich aanmelden bij de Heeren Houter, Burgemeester, of bij Bronkhorst.

Ten 3 ure
zal gelegenheid worden gegeven aan twee meerderjarige mannelijke ingezetenen om elkander door het water te trekken. De prijs is een stuk zilverwerk. Men melde zich aan bij de heeren Blokdijk en Bronkhorst. Van diegenen, die zich hiertoe aanmelden, zullen bij loting 2 of 4 personen daartoe worden aangewezen.

Ten 4 ure
zal een haan den kop worden afgeslagen door meerderjarige mannelijke ingezetenen. Prijs een stuk zilverwerk. Aanmelden bij de heeren Bol en Stapel.

Ten 5 ure
aardappelen rapen door jongens van 12 tot 16 jaren om een stuk zilverwerk. Aanmelden bij de heeren Bronkhorst en Ham.

Ten 6 ure
stroop en meelhappen door vrouwelijke personen boven 14 jaren om een stuk geld. Aanmelden bij de heeren Blokdijk en Bronkhorst.

Ten 7 ure
Hardloopen door jongens van 16 tot 23 jaren, twee aan twee ruggelings aan elkander gebonden. Prijs een stuk zilverwerk. Aanmelden bij den heer Burgemeester.

Ten 8 ure
zakloopen door meerderjarige mannen om een stuk zilverwerk. Aanmelden bij den heer Burgemeester.

Daarna zal het feest worden besloten met illuminatie terwijl er eenige teertonnen aan den dijk zullen worden geplaatst en verbrand.
Dit programma zal door aanplakking aan de ingezetenen worden bekend gemaakt. Hierna wordt de Vergadering gesloten.

Jb. Houter, voorzitter
C. Stelling, Wethouder.

1866
Er heerst een cholera-epidemie.

28 april:
De op geboren 26 oktober 1826 in Schellinkhout geboren slager/veldwachter Klaas Groot overlijdt op 39-jarige leeftijd.

De Groote Molen krijgt een gietijzeren as. Deze wordt onder volgnummer 420 gegoten in de gieterij "Prins van Oranje" in 's-Gravenhage. De as doet anno 2002 nog steeds dienst en de as wordt gesmeerd met reuzel.

In de kap van de molen hangt de reuzel.

1867
Uit: Nieuwe Rotterdamsche Courant van 4 april.
Gemengde berichten.
Onder Schellinkhout is een kindje van 8 maanden in de nacht in de wieg verbrand, doordien een petroleumlamp, die digt bij de wieg stond, omviel. Het kindje was verbrand voordat de ouders redding konden aanbrengen.

Het huis van de bulloper en de stallen voor de bullen zijn bouwvallig. Ter vervanging wordt het huis van Jacob Metselaar aan de Meeweg voor 1325 gulden gekocht. Dit huis wordt in 1966 gesloopt.

De "nieuwe" bewaarschool met een woning voor de onderwijzeres wordt gebouwd op de plaats waar het oude bullehuis heeft gestaan. Het is op de plek waar in latere jaren (eind 20ste eeuw) ondermeer het café, annex snackbar, "De Carroussel" gevestigd is geweest.
De gemeenteraad sluit daarvoor een lening van f 4600,-. Het timmerwerk wordt uitgevoerd door Outjert Baas voor f 2349,-, het metselwerk door Cornelis Vorst voor f 1199,99 en het schilderwerk door C. ter Hofstede voor f 225,-.
De benoeming van de onderwijzeres wordt opgedragen aan de directie van de naai- en breischool (zie 1868). De school wordt bestuurd door de nutsvereniging "Beschaving en Oefening". Deze vereniging houdt er haar bijeenkomsten en ook de naai- en breischool vindt er onderdak. Deze school brandt af in 1896.

De vereniging "Beschaving en Oefening" houdt "op den 17 October 1867" de eerste vergadering in de nieuwe bewaarschool en daarbij wordt het volgende lied gezongen op de wijze van "Wij leven vrij".

Komt! zingen wij verheugd van zin
Op dezen blijden stond
Den lof van deez' Vereeniging!
Ja! dat nu ieder blijde zing:
Wij hebben daartoe grond! (bis)

Z'ontsluit der liev' en teedre jeugd
Haar zij 't ook kleinen schat
Tot vorming en ontwikkeling
Voor elken stand, voor elken kring,
Dien SCHELLINKHOUT omvat (bis)

Zij schenkt den nijv'ren burgerman
Wiens geest naar wijsheid streeft,
Voldoening van zijn hoogsten wensch,
En vormt hem tot den eed'len mensch,
Die steeds voor andren leeft. (bis)

Zij stemt het hart tot liefd' en deugd,
Tot eed'len menschenmin,
Zij tracht te vormen, klein en groot,
Waartoe zij voordracht, boeken bood
En stemt tot broedermin. (bis)

Lof dan aan deez' Vereeniging,
Die zooveel zegen sticht.
Wij bidden, dat zij steeds besta
En 't goede nimmermeer verga,
Dat z'eenmaal heeft verricht. (bis)

Wij bidden, dat zij duurzaam zij,
Nog meer worde opgebouwd;
Dat z'ons ten zegen welig groei'
En krachtig wass' en schittrend bloei'
Tot heil van SCHELLINKHOUT! (bis)
(zie 1858 en 1986).

1868
Tot onderwijzeres van de bewaarschool wordt per 3 januari benoemd mej. M. Gouwentak.
9 januari: de bewaarschool wordt officieel geopend. De nieuwe school wordt geëxploiteerd door het Nut (De nutsvereniging "Beschaving en Oefening").
Er zijn 58 leerlingen in de leeftijd van 3 t/m 6 jaar. De kinderen worden "bewaard" door een hoofdonderwijzeres en twee kwekelingen.

De lagere school is nog altijd ondergebracht in het westelijk deel van de kerk (zie 1872 en 1876).

6 augustus:
De burgemeester van Schellinkhout ontvangt een op 6 augustus 1868 geschreven brief, kenmerk Politie Hoorn, nummer 1653. De brief is afkomstig van de ambtenaar van het Openbaar Ministerie bij het Kantongeregt te Hoorn.
De tekst van deze brief luidt:
Ik heb de eer Udelachtb. te verzoeken om Jan Buisman, gistventer te Schellinkhout, oud 51 jaar, te willen doen aanzeggen dat hij zich op zaterdag 8 dezer des avonds ten 6 ure bevinden moet aan het Bureau van Politie alhier, ten einde een gevangenisstraf van één dag te ondergaan, waarin verwisseld is de boete ad f 1.- waartoe hij is veroordeeld bij vonnis van mijn kantongeregt dd 13 april 1868.
Vermoedelijk is Jan Buisman veroordeeld wegens het venten zonder vergunning.

1869
Blijkens de volkstelling zijn er binnen de kom 105 bewoonde huizen. Buiten de kom op Munnekij staan 5 bewoonde huizen. Daar wonen respectievelijk 129 en 5 huisgezinnen. Het totaal der feitelijke bevolking is binnen de kom 290 mannelijke bewoners en 315 vrouwelijke bewoners. Voor Munnekij zijn dat er respectievelijk 7 en 8.

Bij wijze van proef wordt er in het dorp een petroleumlantaarn geplaatst. Uitbreiding wordt vervolgens onwenselijk geacht vanwege de hoge kosten en omdat de paarden erdoor worden misleid......

Dominee A.J. Boeser overlijdt na een 26-jarige ambtsperiode (zie ook 1843).

Voor het alleen waarnemen van de schooldienst krijgt onderwijzer Pieter Ton een gratificatie van ƒ 40,-.

Uit: Heldersche en Nieuwedieper Courant van 28 november.
H.M. de Koningin heeft aan de commissie der verloting ten behoeve der bewaar-, naai- en breischool te Schellinkhout een keurig bewerkt kussen gezonden, om als prijs in die verloting te dienen.

Er zijn nog drie botvangstschuiten, waar vier personen werk op vinden. Hun inkomsten zijn minimaal.

1870
Het dorp telt 644 inwoners.

Men begint nu ook op haring te vissen. Later ook op ansjovis.

Tot ram- en bulloper wordt benoemd Jan Klaver. Hij krijgt naast een traktement van 100 gulden per jaar ook een woning met een tuin ter beschikking. Klaver blijft dit werk doen tot 1910.

Op de lagere school zitten bijna 100 leerlingen. De hoofdonderwijzer Pieter Ton krijgt er daarom een kwekeling bij. Het is de 17-jarige P. van Hoorn uit Wormer.

Uit: Algemeen Handelsblad van 7 juli.
Voor 't eerst is openbare straatverlichting aangebracht te Schellinkhout waar als proefneming een petroleumlantaarn werd geplaatst.

De dominee heeft een traktement van f 1000,- per jaar.

17 september:
Blijkens een muursteen legt Klaas de Boer Pzn., die op dat moment anderhalf jaar oud is, de eerste steen van de boerderij Dorpsweg 121 (destijds huisnummer 130). De muursteen wordt ingemetseld naast de voordeur, maar de steen wordt na 1956 verplaatst naar de noordgevel van het pand (zie 1955).

Uit: Algemeen Handelsblad van 21 november.
BOEKVERKOOPING
TE LEIDEN.
GEBROEDERS VAN DER HOEK, zullen Woensdag 23 November en zes volgende dagen Verkoopen:
De Belangrijke en goed geconditioneerde
BIBLIOTHEKEN
van wijlen de Heeren A.J. BOESER, Predikant bij de Herv. Gemeente te Schellinkhout, J.P. CIRIACI, Ridder der Orde van den Ned. Leeuw, Oud Referendaris bij het Dep. van Financiën en I.L. VAN PRAAG, Med. Chir. et Artis Obstetr. Doctor te Leiden; voorts eenige DEGELIJKE WERKEN over RECHTSGELEERDHEID en NEERLANDSCH-INDIE, eene uitgebreide verzameling Prentwerken, Teekeningen, Schilderijen, Prenten, Physische en Chirirgicale Instrumenten, Muziek en verschillende Voorwerpen, Teekentafel en nette Boekenkasten.
De Catalogus is op franco aanvraag verkrijgbaar bij HH. Boekhandelaren-Auctionarissen ter inzage voorhanden.

Na het overlijden van de arts Dirk Schuitemaker, vestigt dokter Cornelis de Boer (1843-1927) zich op 5 december in het dorp. Hij is gehuwd met Trijntje Kamp (1848-1905). Zij gaan wonen aan de Dorpsweg 34 (na de hernummering nr. 68). Ook wordt er in dit jaar een ziekenfonds in Schellinkhout opgericht. Door deze maatregel is de diaconie van de geneeskundige armenzorg ontheven.

   
De woning van dokter De Boer (meester genoemd), die later wordt bewoond door W. Palenstijn en anno 2002 wordt bewoond door familie P.J. de Vries.
Willem Palenstijn staat op de eerste foto achter het hek.
De kinderen zijn v.l.n.r. Frans Helder, C. Koster Wzn. en Dea Stapel.
Op de derde foto staat het koetshuis naast de woning afgebeeld.

 
Foto 1: Dokter de Boer.
Foto 2: De overlijdensadvertentie van Cornelis de Boer in het Algemeen Handelsblad van 15 febrari 1927.

1871
Uit: Heldersche- en Nieuwedieper Courant van 27 januari.
Te Schellinkhout is tot Bewaarschoolhouderes benoemd mej. Solbach, van Bergen-op-Zoom en wel met het lot tegen mej. A. Vijselaar te Enkhuizen.

30 november:
Landeigenaarster Trijntje Bos, de weduwe van timmerman Outjer (ook wel: Outjert) Baas, gaat land verhuren aan Klaas Bronkhorst (zie Outjert Baas: 1859, 1860 en 1867). In verband daarmee wordt er een acte opgemaakt met strenge voorwaarden. Hieronder volgt de integrale tekst van deze acte.
De ondergeteekende, Trijntje Bos, weduwe van Outjer Baas, landeigenaarster, wonende te Schellinkhout, verklaart verhuurd te hebben aan den medeondergeteekende Klaas Bronkhorst, veehouder, wonende mede te Schellinkhout, welke erkent gehuurd te hebben, met de bepaling dat het gehuurd door zijnen thans nog minderjarigen zoon Jan Bronkhorst, zonder beroep, wonende te Schellinkhout, zal worden gebruikt:
Drie percelen weiland, gelegen in de gemeente Schellinkhout te zamen groot acht hectaren vijftig aren en twintig centiaren:
kadastraal bekend sectie B numero 65 groot één hectare vijfentachtig aren en vijftig centiaren,
sectie B numero 66 groot eenentachtig aren dertig centiaren en
sectie B numero 236 groot vijf hectaren, drieëntachtig aren en veertig centiaren.

De verhuurster stelt zich niet aansprakelijk voor onder- of overmaat.
Deze huur en verhuur is aangegaan voor den tijd van zes jaren, aanvang zullende nemen den zesentwintigsten December dezes jaars en alzo zullende eindigen op den zesentwintigsten December des jaars achttienhonderdzevenenzeventig.
Wijders is deze huur en verhuur gesloten voor eene som van eenduizenddriehonderd en zestig gulden (f 1360,--) voor ieder jaar, die de huurder gehouden zal zijn jaarlijks, zoolang de huur bestaan zal, zonder eenige korting te voldoen, den eersten September minstens een derde gedeelte, en het overige schuldig geblevene voor of op den zesentwintigsten December, van elk jaar, in handen en op kwitantie van de verhuurster of hare regtverkregenhebbende.
Partijen verklaren deze huur en verhuur te hebben aangegaan onder de navolgende voorwaarden:
Artikel 1.
Het land zal niet van aard of bestemming mogen worden veranderd, de huurder is verpligt het land drie jaren te etten
(= het grasland door het vee laten kaalgrazen) en dat wel om het andere jaar, en zal het drie jaren mogen worden gehooid, mits voor den eersten Julij van ieder jaar te maaijen, en dan op het gemaaide in dat jaar minstens zooveel wagens mest te brengen en behoorlijk goed over te slegten, (= effenen) als er wagens hooij zijn afgehaald, in geen geval zal het land twee malen in hetzelfde jaar worden gemaaid.
Artikel 2.
De huurder zal de slooten in goeden staat moeten onderhouden en aansprakelijk zijn voor alle nadeelen die door verzuim deswege mogten ontstaan, en de schotwal
(= grond die bij het graven of uitbaggeren van een sloot op de wal wordt "geschoten" of gegooid) op zijn tijd over het land te brengen en te slegten.
Artikel 3.
De huurder zal de hekken en dammen, waaonder het hek en de dam tusschen de boomgaard en het bon is begrepen, mede in goeden staat moeten onderhouden, en de grond der dammen met puin en greppelzoden op voldoende hoogte houden.
Artikel 4.
De huurder zal het land zuiver moeten houden van stekels, distels en alle ander onkruid, de mollen te vangen of doen vangen, en de molhoopen op zijn tijd te slegten.

Artikel 5:
De huurder zal het gehuurde aan geen ander dan aan zijnen genoemden zoon Jan Bronkhorst mogen overdoen zonder schriftelijke toestemming van de verhuurster.
Artikel 6:
De huurder zal niet geregtigd zijn om bij misgewas of het geheel of gedeeltelijk vergaan van het hooij door onvoorziene of onvermijdelijke toevallen, eenige kwijtschelding of vermindering van huur te vorderen, verklarende hij huurder wel uitdrukkelijk afstand te doen van het regt dat de Wet hem ter deze zake verleent.

Artikel 7.
De verhuurster zal gehouden zijn den huurder het rustig en ongestoord genot van het verhuurde te vrijwaren uitgezonderd dat de verhuurster het regt zal hebben de paarden van diegenen welke haar bezoeken, op het bon te laten loopen. Voorts moet de huurder over het gehuurde toelaten een weg, ten behoeve van het daarachter gelegen land van de Heeren Klaas Laan en Klaas Bronkhorst.
En verklaart de mede ondergetekende Klaas Zijp, van beroep veehouder, wonende te Wijdenes, na kennisneming van bovenstaand huurcontract, zich te stellen tot borg voor den huurder Klaas Bronkhorst ten behoeve van de verhuurster Trijntje Bos, weduwe van Outjer Baas en zich hoofdelijk met den huurder te verbinden tot de betaling op de gestelde tijden van de bedongen som van eenduizenddriehonderdenzestig gulden 's jaars, en voor de nakoming der bij deze acte gemaakte voorwaarden.
Gedaan te Schellinkhout den 30 November 1871.
T. Bos, Wed. O. Baas
Klaas Bronkhorst
Klaas Zijp
Gratis geregistreerd Klaas Bronkhorst te Hoorn den zesden Januari 1800tweeënzeventig.
De ontvanger.

Grietje Kok, weduwe van Cornelis Koster, schenkt een statenbijbel aan de kerk.

1 december:
Bij de vijfden volkstelling worden 646 inwoners geteld.

1871-1873
Jan Hendrik Hooyer is predikant (geboren te Zaltbommel 27 maart 1844, overleden 1892).
In 1873 wordt hij beroepen naar Dordrecht.
Dominee dr. Jacobus Herderscheê (geb. Kamperveen 18-3-1850; overl. Amsterdam 9-11-1929) volgt hem op. Deze dominee is op 2 oktober 1873 in Rotterdam gehuwd met Cornelia Petronella van Ameyden van Duijm. Zij krijgen vier kinderen, van wie er twee in Schellinkhout worden geboren: Jeanne Petronelle Marie (geb. 24-8-1874) en Dirk (geb. 10-1-1877).

1870-1944
Jacob Kriek (geboren 6 mei 1870, overleden 12 okt. 1944) is schipper en zijn "zeekasteel" ligt in de haven van Schellinkhout.
Hij is gehuwd met Souwtje van Dalen, geboren 14 dec. 1868, overleden 6 febr. 1959.
Tewis van Dalen heeft ook zo'n "zeekasteel".

1872
De schoolopziener vindt dat het schoollokaal in de kerk te klein is. De gemeenteraad beslist tot het bouwen van een nieuwe lagere school naast de kerk (zie 1876). K. Swagerman uit Bovenkarspel maakt een tekening voor een nieuwe school en een begroting. De kosten worden geraamd op f 7300,-. Om onbekende redenen worden de plannen niet meteen uitgevoerd. Pas in 1874 komt het onderwerp "school" weer ter sprake in de gemeenteraad.

In de vergadering van het college van kerkvoogden van 10 februari 1872 wordt voor de eerste maal gesproken over de aanschaf van een orgel. Er ligt een aanbod van de firma Knipscheer om voor f 1190,- het onmisbare instrument te leveren. Tijdens de bijeenkomst van hetzelfde college op 26 februari 1872 blijkt dat de heren Knipscheer hun huiswerk niet goed hebben gedaan. Het aangeboden orgel blijkt onvoldoende voor de kerk. Er volgt een nieuw aanbod voor een kerkorgel van f 2325,-. De voorzitter van de kerkvoogdij, Jacob Houter, deelt mee, dat hij heeft gehoord dat de orgels van Knipscheer minder solide zijn. Als goede orgelbouwer is hem de heer Pieter Flaes uit Amsterdam aangeraden. Grietje Kok, weduwe van Cornelis Koster en inwoonster van het dorp, is bereid een belangrijke bijdrage te leveren als er wordt overgegaan tot de aankoop van een orgel. Tenminste zal zij een bedrag van f 3000,- willen schenken. Op 27 maart 1872 wordt de opdracht gegeven aan orgelbouwer Flaes. De bouwkosten worden vastgesteld op f 3000,-.
Op 19 augustus 1872 wordt besloten dat het orgel ingewijd zal worden op 15 september 1872 en dat de heer J. Bronkhorst tot het einde van het jaar zonder beloning het orgel zal bespelen. Tot blaasbalgintreder (= orgeltrapper) wordt benoemd de heer Cornelis Belie tegen een jaarwedde van f 10,-.
Uiteindelijk zal Grietje Kok de totale bouwkosten betalen, inclusief de f 100,- voor het beeldhouwwerk en de inscripties. Op 14 september wordt haar uit dankbaarheid een schilderij aangeboden van het orgelfront met vele namen van kerkvoogden, notabelen en kerkeraadsleden.
De feestelijke inwijding wordt door de organisten Cornelis Schuurman uit Bovenkarspel en J. Schuurman uit Hoogkarspel verricht. Er worden feestdronken uitgebracht. In de notulen is te lezen: Zoo was men onder gesprek en gezang recht feestelijk bijeen en terwijl menige feestdronk werd toegewijd werd deze bijeenkomst als een besluit van onze orgelwijding recht vriendschappelijk gesloten en zal zij bij allen gewis een onuitwischbaren indruk hebben achtergelaten.
Uit de notulen van de bijeenkomst van genoemd college d.d. 21 november 1872 blijkt dat Grietje Kok zich bereid heeft verklaard gedurende haar leven alle kosten op zich te nemen, zoals de jaarwedde van de organist (f 80,-) en de jaarwedde van de orgeltrapper (inmiddels verhoogd naar 20 gulden per jaar).
(zie ook 1861, 1977 en 1978).

De dispositie van het Flaes-orgel:
Hoofdwerk: (C-f3)
Bourdon 16
Prestant 8
Octaaf 4
Quint 3
Octaaf 2
Mixtuur IV
Cornet IV
Trompet 8 B/D

Bovenwerk: (C-f3)
Holpijp 8
Salicionaal 8
Viola di Gamba 8
Roerfluit 4

Pedaal (C-c1) aangehangen.
N.B.: als de viola en de salicionaal samen klinken, dan klinkt er een vox celeste.....

Grietje Kok krijgt voor de schenking van het orgel een dankbetuiging in dichtvorm aangeboden. De maker is onderwijzer Pieter Ton.

Er komt een nieuwe verordening die het schoonmaken en het onderhouden van de dorpsweg regelt. Deze verordening blijft tot 1960 (!) van kracht.

De hoofdleidster van de bewaarschool neemt ontslag.

1873
19 juni: De gemeenteraad besluit om de "visschershaven alhier te verbeteren"
"Overwegende dat de haven dringend herstelling eischt, en die herstelling van groot belang is te achten voor die ingezetenen dezer gemeente die het visschersberoep uitoefenen, naardien zij behoefte hebben aan een veilige ligplaats hunner schuiten, waarvoor de tegenwoordige haven ten eenemale ongeschikt is;
Overwegende bovendien, dat bij den hoogen prijs van den visch, de vischvangst belangrijke voordelen oplevert".
Er wordt per 1 januari 1874 een geldlening aangegaan voor f 1000,- tegen een interest van 5 %, "strekkende tot herstelling van den visschershaven alhier. De rente en aflossing der leening zullen worden gevonden uit den hoofdelijken omslag waarvan de heffing tot een maximum van f 1500,- bij raadsbesluit van 31 Juli 1865 is vastgesteld".
Op 2 juli 1873 wordt dit raadsbesluit goedgekeurd door Gedeputeerde Staten.
Tegelijkertijd wordt er een reglement voor de vissershaven opgesteld. In dit reglement voor de vissershaven wordt geregeld dat iedere visser van Schellinkhout per 1 januari 1874 10 cent havengeld per week moet betalen. Iedere visser, die van de haven gebruik wil maken, moet overigens vooraf het reglement ondertekenen. Pieter Jongert wordt tot ontvanger benoemd. Hij moet de ontvangsten éénmaal per jaar aan B & W verantwoorden.

Jacob Houter, geboren 31 juli 1820 en overleden 26 februari 1884 wint de eerste prijs op een veetentoonstelling van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw 1847, afdeling Enkhuizen, met een dragtige koe.
 

1874
Uit: Het Nieuws van den Dag van 28 maart.
Zeldzaam aanbod
Bij den ondergeteekende zijn nog voorhanden, zoolang de voorraad strekt, 7 à 800 flesschen Uitmuntend Bessensap, tegen ƒ 22 de 100 flesschen. Proefflesschen worden tegen toezending van 30 cent in postzegels, terstond toegezonden door K. Tensen Pz. Grossier te Schellinkhout n/b Hoorn.

Uit: Het Nieuws van den Dag van 16 november.
Te huur
een logeabel Huis, aan den Rooden Steen te Hoorn, waarin vroeger de Broodbakkerij werd gedreven, welk bedrijf er desverkiezende nog in kan worden uitgeoefend, met Erf en twee Pakhuizen, Te bevragen bij P. TENSEN, te Schellinkhout.

18 december: De inschrijving voor de nieuwe school vindt plaats:
Het timmerwerk wordt voor f 5588,- gegund aan Jacob Baas;
Dirk Klopper doet het schilderwerk aan de nieuwe school voor f 612,-;
Het metselwerk wordt voor f 3250,- gegund aan Cornelis Vorst.

1875
Onderwijzer Jb. Passer vertrekt.

Op 16 juni wordt de eerste steen voor de nieuwe school gelegd (zie 1876). In 1931 wordt deze school weer verbouwd. De gedenksteen hangt in de hal van de basisschool, de Jan Luykenschool.

Uit: Nieuws van den Dag van 16 november.
Hulponderwijzeres.
Aan de Openbare School te Schellinkhout, wordt ten spoedigste gevraagd eene HULPONDERWIJZERES, op eene jaarwedde van ƒ 500. Kennis der Fransche taal zal tot aanbeveling strekken en kan tot verhooging der inkomsten leiden. Stukken franco in te zenden aan den Burgemeester vóór 1 December e.k.

___________________

naar begin van deze pagina
naar de eerstvolgende periode
terug naar de basispagina (home)

 G. Kazimier.

Deze pagina is voor het laatst gewijzigd op (maand / dag / jaar / tijdstip) :